e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gekneusd genutst: genutst (Houthalen) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
geknield zitten op de knien zitten: obbe knije zitte (Houthalen) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gekruld haar gekruld haar: gekrold hoor (Houthalen), gəkroͅlt hūər (Houthalen), krullenhaar: kroͅleͅhuōͅwər (Houthalen) gekruld haar [N 10 (1961)] || hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: gelt (Houthalen), ik zije me geld kwijt (Houthalen), xɛ.ld (Houthalen) geld [RND], [ZND A1 (1940sq)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] III-3-1
geld inzetten inzetten: inzette (Houthalen) geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)] III-3-2
gele lupine lupinen: lø`pinǝ (Houthalen) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
geleding lid: lē.t (Houthalen) Het deel van de graanstengel dat zich tussen twee knopen bevindt. Zie afbeelding 2, d. [JG 1a; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
gelezen mis leesmis: liesmus (Houthalen) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) gelijken: gelijken (Houthalen), tonen: tunə (Houthalen), trekken: treͅkə (Houthalen), trêkke (Houthalen) aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || gelijken [ZND 25 (1941)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)] III-4-4
gelofte belofte: belofte (Houthalen) Een gelofte [t jelübde]. [N 96D (1989)] III-3-3