23254 |
altaar |
altaar (<lat.):
altoar (L414p Houthalen),
op de aaltaar (L414p Houthalen),
Op een altaor (L414p Houthalen)
|
Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] || Op het altaar (let op het geslacht!) [ZND 32 (1939)]
III-3-3
|
23644 |
altaarbel |
bel:
bel (L414p Houthalen)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28415 |
ambrosiuskorf |
ambrosiuskorf:
ambrōsiǝskø̜rǝf (L414p Houthalen)
|
Korf die een afbeelding is van bisschop Ambrosius, de patroon van de imkers. De korf wordt op deze wijze vervaardigd, meer als eerbetoon aan de H. Ambrosius of als curiositeit dan als een vorm die maatgevend of modern is. Hij dient om de zegen van de patroon van de imkers af te roepen. [N 63, 3f]
II-6
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampulle (L414p Houthalen)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22030 |
andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed |
mulder:
(= witte met vlekjes).
maller (L414p Houthalen)
|
Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22107 |
andere inzetmogelijkheden |
scharreweg:
Opm. v.d. invuller: 5 j. per duif.
scheneweg (L414p Houthalen)
|
Kent U nog andere inzetmogelijkheden? Graag benaming en omschrijving. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22124 |
andere middelen om een duif binnen te lokken |
potje rammelen:
pûtteke rammele (L414p Houthalen)
|
Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20656 |
andijvie |
andijvie:
andeevie (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen),
andijviesalade:
andīvislōͅ.t (L414p Houthalen)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
28580 |
angel |
angel:
a.ŋǝl (L414p Houthalen),
aŋǝl (L414p Houthalen)
|
Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] || Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|