e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaars kaars: kas (Houthalen) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper domper: dompər (Houthalen), kaarsendomper: keͅrsəndompər (Houthalen) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] || Kapje met een steel om een kaarsvlam te doven (dover, domper, domphoorn) [N 79 (1979)] III-2-1
kaarsendover kaarsendomper: karsendomper (Houthalen) De kaarsenaansteker en -dover: een lange stok voorzien van een hoorntje om kaarsen te doven, en een aangehechte wasdraad om kaarsen aan te steken [domper, doofhoedje, kaarsenhoorntje, kaarsenaansteker?] . [N 96B (1989)] III-3-3
kaarsenpit wiek: wiek (Houthalen) De katoenen draad in het midden van een kaars [pit, wiek, lemmet?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kaarten (ww.) kaarten: ka͂rtən (Houthalen), koͅ.ərtə (Houthalen), /  kaorten (Houthalen), koarten (Houthalen), kaartspelen: koͅ.ərtspe.lə (Houthalen, ... ) / [SND (2006)] || kaarten [RND], [SND (2006)] || Kaarten (werkw.). [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
kaas kaas: kêes (Houthalen) kaas [RND] III-2-3
kaasjeskruid kaasjeskruid: ki̯ɛskǝskrǭt (Houthalen) Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.] I-5
kaatsen ballen: ba.ḷn (Houthalen) kaatsen [RND] III-3-2
kabouter kabouter: ien kabouter (Houthalen), ’n kabouter (Houthalen) Een kabouter (klein mannetje uit de sprookjes). [ZND 27 (1938)] III-3-3
kachel, stoof stoof: stōf (Houthalen, ... ) kachel, stoof [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] III-2-1