e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kern van een pit kern: kieën (Houthalen) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout hart: hert (Houthalen) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kerstavond kerstavond: körstoevend (Houthalen) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstbeelden kerstbeelden: körstboelden (Houthalen) De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstboom kerstboom: körstboem (Houthalen) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstkribbe kribbe: krub (Houthalen) Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstlied kerstliedje: køͅrstlikə (Houthalen) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstliederen zingen kerstliedjes zingen: køͅrstlikə zeŋə (Houthalen) Kerstliederen zingen [leisen]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstmis kerstmis: kersmis (Houthalen), kerstmis (Houthalen), körsmös (Houthalen) Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Kerstmis [Krismes, Kriësmes, Keersemes, Korsmes]. [N 96C (1989)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)] III-3-3
kerstnacht kerstnacht: körstnacht (Houthalen) De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)] III-3-3