e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerststal kerststal: körststal (Houthalen) Een kerststal. [N 96C (1989)] III-3-3
ketser ketser: briquet  ketser (Houthalen), duif die haar eten zoekt op veld  <ketser> (Houthalen), jongen die veel rondloopt  <ketser> (Houthalen) kent uw dialect een zelfstandig naamwoord ketser, kasjer, wat betekent het ? [ZND 41 (1943)] III-3-1
kettingeg, weide-eg ketting[eg]: kęteŋ[eg] (Houthalen) De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ¬¥akkersleep, weidesleep¬¥ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.] I-2
keukenrek bankje: bɛŋkskə (Houthalen), rek: reͅk (Houthalen), rɛk (Houthalen) de plank waarop het keukengerief wordt gezet [ZND 32 (1939)] || een rek (plank waarop potten en pannen staan) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
keuring prijskamp: prijs kamp (Houthalen) Hoe noemt men een competitieve keuring van duiven, waaraan prijzen verbonden zijn? [N 93 (1983)] III-3-2
keurmeester keurder: keurder (Houthalen) Hoe heet de man die daar de duiven keurt? [N 93 (1983)] III-3-2
keus keus: kø̄s (Houthalen) een keus [ZND A2 (1940sq)] III-1-4
kibbelen enselen: zə zēͅn vir a͂ənt hensələ (Houthalen) Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kiel kiel: kiel (Houthalen, ... ), kil (Houthalen) kiel [ZND A2 (1940sq)] || kiel (kledingstuk voor mannen) [ZND 27 (1938)] III-1-3
kiem scheut: scheut (Houthalen) De in het rijpe zaad ingesloten aanleg tot een nieuwe plant (kiem, scheut). [N 82 (1981)] III-4-3