e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kiembakje kiembak: kimbak (Houthalen) Enige tijd voor het planten, van één tot twee maanden, in februari of maart dus, worden de pootaardappelen uit de kelder gehaald en in een kiembak op een warme zolder gezet. De aardappelen zullen dan gaan uitbotten, scheuten krijgen. Hier bewaart men ze tot de eigenlijke poottijd in mei. [JG 1a] I-5
kiemen kiemen: kieme (Houthalen), uitlopen: outloepe (Houthalen) Uit de kiem opgroeien, gezegd van planten (uitbotten, kesemen). [N 82 (1981)] || Uitkomen, gezegd van zaden (kesemen, kersten, kenen). [N 82 (1981)] III-4-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen schieten: sxī.tǝ (Houthalen) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kien! kien: kien (Houthalen), uit: ech beͅn uōͅwət (Houthalen) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)] III-3-2
kienen kienspel: keinspel (Houthalen), kinspēl (Houthalen) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)] III-3-2
kies baktand: bak taan (Houthalen), dikke tand: dekən tant (Houthalen), dobbele tand: dobbelen tand (Houthalen, ... ), doͅbələn tant (Houthalen), nen dobbelen tand (Houthalen) Baktanden (dikke tanden). [ZND 07 (1924)] || een baktand (dikke tand) [ZND B1 (1940sq)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een gewone dikke tand [ZND 29 (1938)] III-1-1
kieskauwer grommelpot: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  grommelpot (Houthalen), kniezerd: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kniezert (Houthalen) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kieskauwerig kieskeurig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kieskeurig (Houthalen) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kietelen krevelen: krivələ (Houthalen), krīvələ (Houthalen) kittelen [ZND B1 (1940sq)] || kittelen, kriebelen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
kieuwen kieuwen: ook in ZND 27, 084  kuwen (Houthalen), vimmen: ook in ZND 27, 084  vimmen (Houthalen) kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2