e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lammetjespap boekweitsepap: bözəpáp (Houthalen) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lamp lamp: lamp (Houthalen, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lancet lancet: lancet (Houthalen) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim, lancet, scherp mesje). [N 107 (2001)] III-1-2
land land: land (Houthalen) land [ZND 29 (1938)] III-3-1
landrol wel: wɛl (Houthalen) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek streek: strēk (Houthalen) streek [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lang leve (Houthalen) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lang ruw haar rond buik en uier duivelshaar: dȳvǝlshōǝ.r (Houthalen) Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23] I-9
lang varken vlaanderse: vlāndǝrsǝ (Houthalen) Varken met een lange rug. [N 76, 20] I-12
lange bouwladder stellingleer: stɛleŋlīr (Houthalen) Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.] II-9