e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannenkoek pannenkoek: pánəkok (Houthalen) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenkoekenbeslag beslag: bəslā.x (Houthalen) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenstrijker panvoegijzer: panvūx˱ęjzǝr (Houthalen) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pantoffel matslof: n poar} matsloffe (Houthalen), slof: sloof (Houthalen), sloəf (Houthalen) pantoffel [ZND 40 (1942)] || Slof, een paar sloffen. Bedoeld worden ruime pantoffels van ruwe stof (zelfkant) zonder of met neergetrapt achterstuk (fr. chaussons de lisière) [ZND 48 (1954)] III-1-3
pap pap: páp (Houthalen) Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
pap (kropmelk) pap: pap aan ’t vooiere (Houthalen) Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)] III-3-2
papborstel papborstel: pap˱bǫrstǝl (Houthalen) De borstel waarmee men het plaksel op het behang en de muren smeert. Vaak wordt als papborstel een blokwitter of een handveger gebruikt. [N 67, 94b] II-9
papier papier: papier verfromelen (Houthalen), pəpir vərfromələ (Houthalen) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
paraplu paraplu: paraplu (Houthalen) paraplu [ZND 40 (1942)] III-1-3
parel parel: parel (Houthalen), piərəl (Houthalen) parel [ZND A1 (1940sq)] || Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] III-1-3