e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peul hauw: haef (Houthalen) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) hauw: haef (Houthalen), hŭəf (mv. hŭ.əvə) (Houthalen), schaal: sxōͅlən (Houthalen) [Goossens 1b (1960)] [Goossens 1c (1955b)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: paelen (Houthalen), poələn (Houthalen), puoͅələ (Houthalen) [Goossens 1c (1955b)] [ZND 40 (1942)] [ZND B2 (1940sq)] I-7
peulvruchten doppen peulen: puoͅələ (Houthalen) doppen, peulen (erwten of bonen uit de pel doen) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
piepen tjielpen: tjilpen (Houthalen) een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)] III-4-1
pijn pijn: pɛin (Houthalen) pijn [RND] III-1-2
pijnen persen: pǫrsǝ (Houthalen) Honing door middel van een doek of een pers uit de raten drukken. [JG 1a+1b; monogr.] II-6
pijnscheut steek: steëk (Houthalen) Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren, scheut, steek, kramp). [N 107 (2001)] III-1-2
pijp, buis galvanisébuis: galvānisēbø̜js (Houthalen), koperen buis: kōpǝrǝ bø̜js (Houthalen) In dit lemma zijn de verschillende benamingen voor soorten buizen bijeengeplaatst, die worden gebruikt voor respectievelijk de aanleg van waterleidingen, gasleidingen en afvoerleidingen. [N 64, 116a-d; monogr.] II-11
pijpbeugel carcan: kǝrkǫn (Houthalen) De beugel rond de afvoerbuis waarmee deze aan de muur wordt vastgemaakt. [N 64, 149b] II-9