e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poken keuteren: keuteren (Houthalen), køtəre (Houthalen), peuteren: pøtəre (Houthalen) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] || Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] III-2-1
pokken pokken: pokke (Houthalen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: pokken, gezwellen op de huid, vooral de kop? [N 93 (1983)] III-3-2
polichinelle drolligen typ: droligen tiep (Houthalen), harlequin (fr.): harleking (Houthalen) Polichinelle. [ZND 05 (1924)] III-3-2
polijsten polijsten: pǝlęjstǝ (Houthalen) Het metaal met fijn schuurmateriaal glad en glanzend maken. Het polijsten kan gebeuren met behulp van schuurlinnen, een polijstvijl, met polijstpoeder of met polijstpasta. Zie ook deze lemmata. De invuller uit Q 83 vermeldt ook het gebruik van staalwol (stuǝlwǫl) bij het polijstwerk. [N 64, 55a; monogr.] II-11
politie gendarmen (<fr.): de genderme hemmen hum aangehoijen (Houthalen), de genderme hemmen hum gepakt (Houthalen), police (fr.): də pəlis hētəm âəngəhagə (Houthalen) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
politieagent gendarme (fr.): ganderm. (Houthalen), police (fr.): polis (Houthalen), ps. omgespeld volgens Frings!  ples (Houthalen), pəles (Houthalen) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] || Hoe heet &lt;&lt; een politieagent &gt;&gt; ? [ZND 40 (1942)] || Politieagent. [ZND 05 (1924)] III-3-1
pols pols: pols (Houthalen), poͅ.ls (Houthalen) Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)] || pols [N 10b (1961)] III-1-1
polsgewricht (40) knookske: kneukske (Houthalen) knookje III-3-2
polsmof mofje: møfkəs (Houthalen) een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] III-1-3
pommelee, appelschimmel appelschimmel: apǝlsxømǝl (Houthalen), pommelee: pomǝlē. (Houthalen) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9