e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prentbriefkaart zichtkaart: ps. omgespeld volgens Frings!  zextka͂rt (Houthalen) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
priem pinnetje: penkǝ (Houthalen), priem: prim (Houthalen) Een puntig werktuig van been dat wordt gebruikt voor het maken van de ronde gaatjes die nodig zijn voor nestelgaatjes of kleermakersknoopsgaten. Ook verwijdert men hiermee rijgsteken. Zie afb. 14. [N 59, 31; monogr.] II-7
priester priester: priester (Houthalen) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] III-3-3
priester gewijd worden pastoor gewijd worden: pestoer gewijd wière (Houthalen) Priester gewijd worden. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterfeest feest: fiest (Houthalen) Een priesterfeest. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterkoor koor: koer (Houthalen) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
priesterwijding wijding: wijing (Houthalen) De Priesterwijding. [N 96D (1989)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: `op eerste klinker  pr`ɛis (Houthalen) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pikdraad: pikdraad (Houthalen) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol dop: dop (Houthalen, ... ), puntje onder de o  nən dop (Houthalen) Een priktol (werptol). [ZND B1 (1940sq)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] III-3-2