e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raten inkorten inkorten: enkǫrtǝ (Houthalen) Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a] II-6
rauw rauw: roë vliesch (Houthalen) Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] III-2-3
ravotten razen: zelfde klank als en in het Frans  raoze (Houthalen) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] III-3-2
rawlplugbeitel rawlplug: rǫwplox (Houthalen) Ronde beitel waarmee het gaatje voor een rawlplug wordt gemaakt. Zie ook afb. 4. De beitel wordt tijdens het slaan steeds een weinig gedraaid. Rawlplugs bestaan uit een stijf pennetje van hennep en jute en worden gebruikt bij het bevestigen van voorwerpen aan muren die uit een harde steensoort zijn opgetrokken. [N 64, 71; N 53, 43b] II-11
recht uit de richting van de losplaats aankomen uit het kot: kumt out ’t koot (Houthalen) Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen stuiken: stōͅ.kən (Houthalen) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechtstaande oren steekoortjes: stiekørkəs (Houthalen) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtvaardig rechtvaardig: rechveerdig (Houthalen) Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)] III-1-4
rector rector (lat.): rector (Houthalen) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
redcel redcel: redcel (Houthalen) Gewone werkbijcel die ontwikkeld wordt tot koninginnecel of moerdop, als het bijenvolk moerloos is geworden of dreigt te worden. Deze redcel of nooddop wordt midden op de raat gebouwd. [N 63, 26b; Ge 37, 50] II-6