28973 |
rijgen |
driegen:
drigǝ (L414p Houthalen),
drīgǝ (L414p Houthalen),
rijgen:
rijgen (L414p Houthalen)
|
Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.]
II-7
|
28878 |
rijgnaald |
rijgnaald:
ręjxnǭlt (L414p Houthalen)
|
Naald met een lang wijd oog en geen scherpe punt om een band of een elastiek in een schuif te trekken. Zie afb. 9. [N 59, 12; N 62, 49b; monogr.]
II-7
|
28974 |
rijgsteek |
driegsteek:
drīxstēk (L414p Houthalen)
|
Zie afb. 31. [N 59, 52a; N 62, 16a; N 62, 6]
II-7
|
21269 |
rijkdom |
rijkdom:
rɛ.gdum (L414p Houthalen)
|
rijkdom [RND]
III-3-1
|
21597 |
rijke lieden |
rijk volk:
rîeek vuìek (L414p Houthalen),
rijke mensen:
rieke minsen (L414p Houthalen)
|
Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
21476 |
rijksveldwachter |
bode:
boͅj (L414p Houthalen),
nə bōj (L414p Houthalen),
ps. omgespeld volgens Frings (de "i"heb ik als een gewone i geïnterpreteerd en niet als een diftong, omdat het niet superscript geschreven staat!).
bōi (L414p Houthalen)
|
een agent van de rijksveldwacht [die zorgt voor de handhaving van de orde op het platteland] [rijks, schabeletter, champetter, pandoer, garde, vörster] [N 90 (1982)] || een veldwachter [ZND B1 (1940sq)] || Hoe zegt men dat iemand door den veldwachter in boete wordt geslagen? Vertaal: "De veldwachter zal hem ... [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
21474 |
rijkswachter |
gendarme (fr.):
ene genderm (L414p Houthalen),
nə schendeͅrm (L414p Houthalen),
ps. omgespeld volgens Frings!
zjəndeͅrəm (L414p Houthalen)
|
een lid van het militaire politiekorps [gendarm, harenmutsel, pakkeman, marechaus-see, massee] [N 90 (1982)] || Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
20816 |
rijp |
rijp:
rééjp (L414p Houthalen)
|
rijp [RND]
III-2-3
|
25187 |
rijp vormen, rijpen |
ijzelen:
hijzelen (L414p Houthalen)
|
rijm (rijp, ijzel) [ZND 06 (1924)]
III-4-4
|
25186 |
rijp, rijmx |
ijzel:
hɛ̄zəl (L414p Houthalen),
rijm:
rijm (L414p Houthalen)
|
rijm, rijp [ZND B2 (1940sq)] || rijp, rijm [DC 48 (1973)]
III-4-4
|