e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringbaard ringbaard: reŋbārt (Houthalen), ringboard (Houthalen) ringbaard [N 10b (1961)] || Ringbaard: korte baard die als ring om het gezicht loopt [N 106 (2001)] III-1-1
ringtang tang: taŋ (Houthalen) Tang waarmee men het varken een ring in de neus zet. [N 76, 47] I-12
ringvinger ringvinger: ringvinger (Houthalen), rinkvinger (Houthalen) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, pillepoort). [N 106 (2001)] III-1-1
ringworm roos: roes (Houthalen), sint-catharinasrad: Sint Katriensrad (Houthalen), St katriensrath (Houthalen) Hoe heet de huidziekte in de vorm van een wiel, waartegen Sinte Catharina wordt aangeroepen ? [ZND 48 (1954)] || Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, wiel/rad, ring(el)worm). [N 107 (2001)] III-1-2
rinkelen met de altaarbel bellen: bellen (Houthalen) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3
rins zurig: zoerig (Houthalen), zūrəx (Houthalen), zuurzoet: zoer-zute smaak (Houthalen) Een rinse smaak (zuurzoet, gelijk sommige suikerbonbons). [ZND 41 (1943)] || lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)] III-2-3
riool riolering: ps. omgespeld volgens Frings (de "i"heb ik als een gewone i geïnterpreteerd en niet als een diftong, omdat het niet superscript geschreven staat!).  riolēreŋ (Houthalen), riool: nə riōl (Houthalen), voord: voort (Houthalen) een riool (onderaardse) [ZND B1 (1940sq)] || het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)] || Riool (onderaardse buis tot afvoer van vuil water, enz.). [ZND 06 (1924)] III-3-1
rit rit: ret (Houthalen) de afstand afgelegd te paard, per fiets, per auto of op de schaats (tocht, rit) [N 90 (1982)] III-3-1
ritselen ritselen: ritselen (Houthalen) een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)] III-4-4
ritssluiting tirette: tirɛt (Houthalen), tirette (fr.): tiret (Houthalen) Hoe noemt U een ritssluiting? [N 62 (1973)] || Treksluiting, sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en dergelijke, bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden (Van Dale, pag. 2417). [N 62, 63; MW] II-7, III-1-3