25070 |
schilfer |
schilfer:
schilfer (L414p Houthalen),
sxələfər (L414p Houthalen)
|
een dun, afgebroken of loslatend blaadje van een harde of droge stof, bijv. gezegd van kalk of roest [bluster, vel, schilver] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21086 |
schimmel |
schimmel:
sxømǝl (L414p Houthalen),
šemǝl (L414p Houthalen)
|
Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31]
I-9
|
24491 |
schimmel (plantje) |
schimmel:
schimmel (L414p Houthalen)
|
schimmel [ZND 06 (1924)]
III-4-3
|
21244 |
schip |
schip:
scheep, schepen (L414p Houthalen),
scheep, twie schepen, kleen scheepken (L414p Houthalen),
sxe.ip (L414p Houthalen),
ə sxēp, twi sxēpən (L414p Houthalen)
|
een schip, twee schepen [ZND 42 (1943)], [ZND A2 (1940sq)] || Een schip, twee schepen, een klein scheepje. [ZND 06 (1924)] || schip [RND]
III-3-1
|
21248 |
schipper |
schipper:
sxipər (L414p Houthalen)
|
schipper [RND]
III-3-1
|
32855 |
schitbossen |
strontvlokken:
strǫnt˲vlø̄k (L414p Houthalen)
|
Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.]
I-3
|
18272 |
schoen: algemeen |
schoen:
schoen (L414p Houthalen)
|
een schoen [ZND 06 (1924)]
III-1-3
|
18465 |
schoenen poetsen |
blinken:
bleŋkə (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
Schoenen poetsen (kuisen, poetsen, blinken, wieksen) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|
18347 |
schoenlepel |
aantrekker:
Ook aentrekker.
āāntrekker (L414p Houthalen)
|
Schoenlepel, laarzenknecht. Hulpmiddel, uitgehold naar de vorm van de hiel, waarlangs deze gemakkelijk in de schoen glijdt, schoenhoorn [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18394 |
schoensmeer |
blink:
bleŋk (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen),
bleͅŋk (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
schoensmeer [ZND B1 (1940sq)] || Smeersel om het leer van schoenen op kleur en soepel te houden (blink, wieks, creme, schoenpoets) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|