19385 |
sierkleedje, antimakassar |
sierdoekje:
sīrdøkskə (L414p Houthalen)
|
Gehaakt kleedje of lapje over de rugleuning van stoel of canapé (lapje, kleedje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
30147 |
sierlaag |
sierlaag:
sīrloax (L414p Houthalen)
|
Niet-uitspringende sierlaag van bakstenen met een andere kleur die in het metselwerk wordt verwerkt. [N 31, 30f]
II-9
|
20879 |
sigaar |
sigaar:
segaar (L414p Houthalen)
|
sigaar [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
24242 |
sijs |
sijsje:
seiske (L414p Houthalen),
sēͅ.skə (L414p Houthalen)
|
sijs [ZND m] || sijs (12 groenig, maar man heeft zwart petje en sikje; alleen trek- en wintervogel, dan in dichte danszwermen, meest bij elzen; zeer geliefde kooivogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17752 |
sik |
sikje:
siekske (L414p Houthalen)
|
Een sikje (puntig baardje aan de kin). [ZND 06 (1924)]
III-1-1
|
28694 |
sikkel |
zichel:
zexǝl (L414p Houthalen),
zikkel:
zīkǝl (L414p Houthalen)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsien (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
sinaasappel [DC 48 (1973)], [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
33981 |
singel |
buikriem:
bokrī.m (L414p Houthalen),
singel:
seŋǝl (L414p Houthalen)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
23399 |
sint-annabeeld |
annatrits:
annatrits (L414p Houthalen)
|
De beeldengroep gevormd door St. Anna met haar dochter Maria en haar kleinkind Jezus [St. Anna te drieën, St. Anna-trits?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
31222 |
sint-eligius |
sint-elooi:
sent ēlōj (L414p Houthalen)
|
Beschermheilige van de smeden en de metaalbewerkers. Volgens de invuller uit L 321 werd hij afgebeeld met twee hoefijzers met rechte nagels en een hamer. Het patroonsfeest van Sint-Eligius werd gevierd op 1 december. [N 64, 164a; N 64, 164c; N 66, 57a; N 33, add.]
II-11
|