19444 |
binnenplaats |
cour (fr.):
kūr (L414p Houthalen)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
28837 |
binnenvoering |
stijfdoek:
stijfdoek (L414p Houthalen),
voering:
vōjǝreŋ (L414p Houthalen)
|
Voeringstof die steun en vormvastheid geeft aan bepaalde plaatsen en onderdelen van een kledingstuk. Er zijn verschillende soorten binnenvoering. Zo is stoom een gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon (Meima I, pag. 209). Dit dient voor tussenvoering in vesten en de onderkant van mouwen. [N 59, 36; N 59, 39; N 59, 133]
II-7
|
30712 |
binnenwerk |
binnen verven:
benǝ vɛrvǝ (L414p Houthalen)
|
Schilderwerk binnenshuis. [N 67, 67a]
II-9
|
18529 |
binnenzak |
binnenmaal:
binnemaol (L414p Houthalen)
|
een grote binnenzak onder in de jas,(notariszak, notaristes?) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
sinəma (L414p Houthalen)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bisdom (L414p Houthalen)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
biskop (L414p Houthalen)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33936 |
bit |
gebit:
gǝbē.t (L414p Houthalen)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
19352 |
bits |
warse, een ~ (zn.):
`t es ne worsche (L414p Houthalen)
|
Hoe zegt ge << hij is nogal bits, scherp, prikachtig>> in zijn manier van spreken. [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
30555 |
bitumen |
tar:
tār (L414p Houthalen)
|
Dakbedekkingsmateriaal met steenkoolteer als basis. Het wordt doorgaans in rollen geleverd en bestaat uit een kern van glasvlies, gedrenkt in bitumen. Soms is het fabriekmatig afgestrooid met leisteen of fijn grind. Een bitumineuze dakbedekking is doorgaans opgebouwd uit twee of drie lagen gebitumineerd materiaal. Warm bitumen wordt gebruikt om de verschillende lagen op elkaar te plakken. [N 64, 155d]
II-9
|