19327 |
stijfkop |
koppig ding:
ook materiaal znd 28, 31
køͅppig ding (L414p Houthalen)
|
koppig [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19641 |
stijfsel |
stijfsel:
samen met znd 7, 48
steͅi̯fsəl (L414p Houthalen),
steͅi̯səl (L414p Houthalen)
|
de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
19642 |
stijfselpap |
stijfselpap:
stijfselpap (L414p Houthalen)
|
stijfselpap [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
33979 |
stijgbeugels |
stijgbeugels:
stibø̄.gǝls (L414p Houthalen)
|
Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b]
I-10
|
30015 |
stijve mortel |
te droog:
tǝ drȳx (L414p Houthalen)
|
Metselmortel waar weinig water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
18014 |
stikken |
stikken:
stikken (L414p Houthalen),
versmachten:
versmachten (L414p Houthalen),
verstikken:
verstikken (L414p Houthalen)
|
Naaien met de stiksteek. Zie ook het lemma ɛstiksteekɛ.' [N 62, 9; L 31, 46; Gi 1.IV, 16; MW] || Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)]
II-7, III-1-2
|
28975 |
stiksteek |
achtersteek:
achtersteek (L414p Houthalen)
|
Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46]
II-7
|
34018 |
stilstaan |
hou:
hǭu̯ (L414p Houthalen)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
17738 |
stinken |
stinken:
steŋkən (L414p Houthalen),
stinken (L414p Houthalen)
|
stinken [ZND A1 (1940sq)] || Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
24565 |
stinkende gouwe |
stinkkruid:
stinkkrout (L414p Houthalen),
wrattenkruid:
wrattekrou(e)d (L414p Houthalen)
|
schelkruid [ZND 06 (1924)]
III-4-3
|