e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taxus frans groen: frans gruun (Houthalen) De taxus; heeft platte, kortgesteelde naalden, aan de bovenzijde zijn de naalden heel donkergroen; naalden en takken bevatten een vergiftige olie; paarden en vee sterven er snel aan; heeft opvallende bessen (ijf, venijnboom). [N 82 (1981)] III-4-3
te communie gaan communie (<lat.) gaan: kemunnie goan (Houthalen) Tot de communie gaan, ter communie gaan, te communie gaan, communiceren onder de mis [kómmeletseere?]. [N 96B (1989)] III-3-3
te eng te eng: tǝ eŋ (Houthalen) Te nauw, gezegd van een kledingstuk of kledingstukonderdeel. [N 59, 130b; N 62, 26b; MW] II-7
te groot zijn slodderen: slodderen (Houthalen), te hol zijn: te hool (Houthalen) Hoe zegt U: het kledingstuk zit te ruim? [N 62 (1973)] || Niet passen, gezegd van kleding-stukken [pronsen, bolderen, flodderen, slodderen] [N 114 (2002)] III-1-3
te klein zijn te eng zijn: te ing (Houthalen) Hoe zegt U: het kledingstuk is te eng (trekt?) [N 62 (1973)] III-1-3
te lood loodrecht: lutrex (Houthalen) Gezegd van een muur of hoek wanneer deze tijdens de controle met het schietlood een loodrechte stand vertoont. [N 31, 10d; monogr.] II-9
te nat plat brood: plat brut (Houthalen), te plat: tǝ plat (Houthalen) Gezegd van deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 29b; monogr.] || Het lemma valt uiteen in verschillende grammaticale categorieën. De eerste categorie benamingen is bijvoeglijk van aard. De tweede groep bestaat uit opgaven die een zelfstandigheid aanduiden en de derde groep bestaat uit werkwoorden. [N 29, 67; monogr.] II-1
te veel voederen te net voederen: te net gevooierd (Houthalen) Hoe heet verder in Uw dialect: te veel voederen? [N 93 (1983)] III-3-2
te weinig voederen te mager voederen: te māōger gevooierd (Houthalen) Hoe heet verder in Uw dialect: te weinig voederen? [N 93 (1983)] III-3-2
te wijd te hol: tǝ hōl (Houthalen) Te ruim, gezegd van een kledingstuk of kledingstukonderdeel. [N 59, 130a; N 62, 26c; MW] II-7