34270 |
veearts |
veeart:
vē.ǝrt (L414p Houthalen)
|
[JG 1a, 1b; Vld.; monogr.]
I-11
|
30732 |
veegvast |
niet afgaan:
nīt˱ ǭf˲gǭn (L414p Houthalen)
|
Gezegd van verf die na droging bij aanraking niet afgeeft. [N 67, 75c]
II-9
|
34282 |
veevoer verzamelen |
plukken:
plø̜kǝ (L414p Houthalen)
|
Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.]
I-11
|
19431 |
vegen, keren |
keren:
kērə (L414p Houthalen),
uitkeren:
oͅu̯ətkērə (L414p Houthalen)
|
de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)] || Door strijken met een bezem, borstel van stof reinigen (keren, vegen, wissen, vagen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19959 |
veger |
veger:
veger (L414p Houthalen)
|
Kunstzwerm bij het kastimkeren, samengesteld uit koningin en jonge bijen. In plaats van de koningin te zoeken veegt men bij deze methode al de bijen van de ramen in een lege kast, waarin dan de nodige ramen gehangen worden. De vliegbijen zullen de veger verlaten en terugkeren naar de oude staanplaats. Zo blijven alleen de koningin en de zeer jonge bijen in de nieuwe kast. De oude kast zal, wanneer zij de moerloosheid vaststelt, koninginnendoppen aanzetten om het oude peil opnieuw te bereiken (Eeckhout, pag. 148). [N 63, 92b; N 63, 37e]
II-6
|
28885 |
veiligheidsspeld |
toespelde:
tǫwspɛl (L414p Houthalen)
|
Speld waarvan de punt in een dopje of haakje sluit, zodat men zich daaraan niet kan prikken en zij niet kan losgaan. [N 62, 50b; MW; monogr.]
II-7
|
34244 |
vel op gekookte melk |
vel:
vɛl (L414p Houthalen)
|
Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b]
I-11
|
20943 |
vel op melk |
vel:
ook mat. van ZND 14, vr. 23
vel (L414p Houthalen)
|
velletje op melk [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
24919 |
veld, open land |
veld:
veͅlt (L414p Houthalen)
|
veld [ZND A1 (1940sq)]
III-4-4
|
21742 |
veldfles |
drinkbus:
ps. omgespeld volgens Frings!
dreŋkbøs (L414p Houthalen)
|
een fles die men op mars meeneemt om er onderweg uit te kunnen drinken [veldfles, bobbelke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|