17681 |
zenuw |
zenuf:
zenəf (L414p Houthalen)
|
zenuw [zeen] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23513 |
zeswekenmis |
zeswekenmis:
zeswieëke mus (L414p Houthalen)
|
Een mis die zes weken na iemands overlijden wordt opgedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
31481 |
zetbank, plooibank |
plooibank:
plōjbaŋk (L414p Houthalen)
|
Een met de hand aangedreven machine waarmee metaalplaat in een bepaalde vorm gebogen kan worden. De zetbank wordt ook gebruikt om profielen te vervaardigen. Zie ook afb. 171b-c. Toen er nog geen zetbank was, werd plaatmateriaal gebogen met behulp van een plooiijzer, een in doorsnede vierkant, ijzeren balkje dat met schroeven aan het werkblad van de werkbank vastgezet kon worden. De metalen plaat werd tussen werkbank en plooiijzer vastgeklemd en vervolgens over het plooiijzer gebogen. Zie ook afb. 171a. Bij het buigen van plaat met behulp van de zetmachine wordt het materiaal door de zetliniaal, die aan de bovenbalk van de machine bevestigd is, op de spantafel geklemd waarna de plaat door de buigbalk over de rand van de zetliniaal wordt gebogen. Bij een zetbank behoren verschillende zetlinialen die verwisselbaar zijn. Zie ook afb. 171d. [N 33, 254; N 33, 170; N 64, 12a; N 64, 21c]
II-11
|
31663 |
zetbeitel |
zetbeitel:
ze̜t˱bētǝl (L414p Houthalen)
|
Nadat het strikkoord met behulp van de strikbeitel in de sokken van buizen is aangebracht, wordt de verbinding met lood volgegoten. Vgl. het vorige lemma. Het geheel wordt vervolgens nog eens met behulp van de zetbeitel aangeslagen. Zie ook afb. 250. [N 64, 68b]
II-11
|
17826 |
zetten |
zetten:
zeͅtən (L414p Houthalen)
|
zetten [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
34311 |
zeug met biggen |
zeug:
zø̄x (L414p Houthalen),
zoog:
zōx (L414p Houthalen)
|
Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.]
I-12
|
33146 |
zeven met de handzeef |
uitbuilen:
ǫu̯tbø̜i̯lǝ (L414p Houthalen),
zeven:
zē.vǝ (L414p Houthalen)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemoien (L414p Houthalen)
|
ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
22007 |
zich bij de prijswinnaars plaatsen |
winnen:
winne (L414p Houthalen)
|
zich bij de prijswinnaars plaatsen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
28605 |
zich een zwerm toeëigenen |
merken:
mɛrǝkǝ (L414p Houthalen)
|
Door een zwerm te volgen en aan een boom een teken, bijvoorbeeld een zakdoek, strowis of een tak, te bevestigen, kan de eigenaar zich volgens het imkerrecht bekend maken. Een oud gebruik in de imkerij is dat een zwerm eigendom van de vinder wordt, wanneer de echte eigenaar onbekend is (De Roever, pag. 327). [N 63, 82]
II-6
|