e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

Gevonden: 4881
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buurvrouw buurvrouw: buurvrao (Houthalen) buurvrouw [ZND 22 (1936)] III-3-1
calvarieberg op het kerkhof calvarieberg: calvarieberg (Houthalen) De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
canonborden canons: canons (Houthalen) De canonborden op het altaar. [N 96B (1989)] III-3-3
cariës rotte tanden: taan = ;eervoud van tand  rotte taan (Houthalen) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, rotte tanden, cariës). [N 107 (2001)] III-1-2
castreermes scheermes: sxiǝrmɛs (Houthalen) Instrument waarmee men castreert. Uit de opgaven blijkt dat dit instrument in de meeste gevallen een scheermes is. De informant van Q 208 (Vijlen) vermeldt dat het scheermes "vroeger" werd gebruikt. [N 76, 46] I-12
castreren snijden: snē̜.ǝ (Houthalen), snē̜ǝ. (Houthalen), snęi̯ǝ (Houthalen) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-12, I-9
catechismusboekje catechismus: katekiezemûs (Houthalen) Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)] III-3-3
ceintuur band: Kleed.  band (Houthalen), riem: Leder.  riem (Houthalen) Hoe noemt U: een ceintuur (band, sjerp?) [N 62 (1973)] III-1-3
cement cement: sǝmęnt (Houthalen) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cementmortel cementmortel: sǝmęnt[mortel] (Houthalen) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9