| 19780 |
centrale verwarming |
radiateur:
radijatø̄r (L414p Houthalen)
|
gasradiator [N 64 (1973)]
III-2-1
|
| 23748 |
christoffelmedaille |
christoffelmedaille (<fr.):
christoffelmedoalie (L414p Houthalen)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
siborie (L414p Houthalen)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22686 |
circus |
cirque (fr.):
serək (L414p Houthalen)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 25000 |
cirkel, kring |
kring:
kring (L414p Houthalen),
ring:
reŋk (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen),
rink (L414p Houthalen)
|
de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 24453 |
citroenvlinder |
pepel:
piepel (L414p Houthalen)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 21957 |
coccidiose |
coccidiose:
koksidioze (L414p Houthalen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Coccidiose: een ziekte in de darmen, vooral bij jongen, met als symptomen: diarree, grote dorst en steeds dunnere uitwerpselen. Er kunnen blijvende letsels zoals een krom borstbeen van overblijven. Ook volwas [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24406 |
cocon |
pop:
pop (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 23630 |
collectebakje |
klater:
kloater (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)] || Een schaalcollecte, een collecte voor een bijzonder doeleind, waarbij met neen open schaal werd rondgegaan [schaolkollekt?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23625 |
collecteren |
met de klater rondgaan:
rondgoan met de klaoter (L414p Houthalen)
|
De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|