e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

Gevonden: 4881
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deksel van een doodskist scheel: scheel (Houthalen) het deksel van een doodskist [scheel, roef] [N 115 (2003)] III-2-2
dekzeil paardsdeksel: pēǝ.rs˱dęksǝl (Houthalen) Zeil dat de rug van het paard bedekt als het regent. [JG 1a, 1b] I-10
dempig dempig: dɛ.mpex (Houthalen) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
den grove den: grove den (Houthalen) De den (in het bijzonder de grove den) (den, del, mast, spar). [N 82 (1981)] III-4-3
denken denken: denkən (Houthalen) denken [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
dennenappel dennenknop: denneknop (Houthalen) De vrucht van een den, denne-appel (prop, bol, kegel, knop, fobbes, kroot, krutje, rots, dop, papekul, noot, kooi, tod, pil, appel). [N 82 (1981)] III-4-3
dennennaalden dennennaalden: (lang).  dennenoalde (Houthalen) andere? [N 93 (1983)] III-3-2
dennentakje met een harsknopje klisknots: klesknoets (Houthalen) Een dennetakje met een bolvormig knopje terpentijn aan het einde (oliekop, olieknop, olielampje, luchtlampje). [N 82 (1981)] III-4-3
dennenwortel pin: pen (Houthalen) De wortel van een denneboom (puist, stronk, wortel, stol). [N 82 (1981)] III-4-3
derdeling derdeling: dɛ.rdǝleŋ (Houthalen), derling: dɛrleŋ (Houthalen) Derde zwerm of tweede nazwerm. Na de eerste nazwerm of de tweede zwerm kan enkele dagen later een tweede nazwerm volgen. [N 63, 29c; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5, 7; L 1a-m; A 9, 6; monogr.] II-6