33963 |
dubbele lijn |
dobbel kordeel:
dǫbǝl kǝrdil (L414p Houthalen)
|
Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34]
I-10
|
26618 |
duf worden |
verdoffen:
vǝrdofǝ (L414p Houthalen)
|
Duf worden, gezegd van meel. [JG, 1a]
II-3
|
28757 |
duffel |
duffel:
døfǝl (L414p Houthalen)
|
Dikke wollen stof met lang haardek. [N 62, 90; N 59, 201; MW]
II-7
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
dauf (L414p Houthalen),
dij douf is taam, in taam douf (L414p Houthalen),
doͅuf (L414p Houthalen),
jongeren
døjf (L414p Houthalen),
ouderen
dauf (L414p Houthalen)
|
Duif. [Goossens 1a (1955)] || Een duif. [ZND A2 (1940sq)] || Tam, mak. "Die duif is tam, een tamme duif. [ZND 07 (1924)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22171 |
duif die aan een leervlucht deelneemt |
opleren (ww.):
opliere (L414p Houthalen)
|
Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: een duif die aan een dergelijke vlucht deelneemt [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22130 |
duif die bij de middelmaat geklasseerd is: in de middenmoot (vliegen) |
gewoon:
gewoen (L414p Houthalen)
|
een duif die bij de middelmaat geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22160 |
duif die in de eerste prijzen valt |
vroege, een ~:
vreugge (L414p Houthalen)
|
een duif die in de eerste prijzen valt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21924 |
duif die kort van bouw is |
korte duif:
korte dauf (L414p Houthalen)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: kort van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21925 |
duif die lang van bouw is |
diepe duif:
diepe dauf (L414p Houthalen)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: lang van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21923 |
duif die licht van bouw is |
korte duif:
korte dauf (L414p Houthalen)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: licht van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|