21929 |
duif met grote donkere vlekken |
zwarte geschelpte, een:
zwarte geschûlbde (L414p Houthalen)
|
Hoe noemt men een duif met grote donkere vlekken in de vleugels (zwart-geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21928 |
duif met grotere kleurschakeringen |
geschelpte, een -:
geschûlbde (L414p Houthalen)
|
Hoe noemt men een duif met grotere kleurschakeringen in de vleugels (geschelpt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21934 |
duif met één of meer witte pennen |
witpenner:
witpenner (L414p Houthalen)
|
Hoe noemt men een duif met één of meer witte pennen (wittepen, witteslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21907 |
duif uit het eerste nest van het jaar |
muggenjong:
mugge jong (L414p Houthalen)
|
Hoe heet een duif uit het eerste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21909 |
duif uit het laatste nest van het jaar |
late jongen:
loate jonge (L414p Houthalen)
|
Hoe heet een duif uit het laatste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21908 |
duif uit het tweede nest van het jaar |
zomerjongen:
zomer jonge (2e reeks) (L414p Houthalen)
|
Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21932 |
duif zeer donker met weinig kleurschakeringen |
donkere rode, een -:
donkere rooie (L414p Houthalen)
|
Hoe noemt men een duif zeer donker met weinig kleurschakeringen (zwart)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22787 |
duiken |
duikelen:
entwa͂ter dōͅkele (L414p Houthalen),
in het water duikelen (L414p Houthalen),
plongeren (<fr.):
in het water plongeeren (L414p Houthalen)
|
In het water duiken. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
17666 |
duim |
duim:
døm (L414p Houthalen),
Jongeren.
døjm (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen),
Ouderen.
daum (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
duim [N 10 (1961)] || een duim [ZND A2 (1940sq)] || een duim, (duimen) [ZND A2 (1940sq)]
III-1-1
|
25279 |
duim, maat van 2,5 cm |
duim:
dəm (L414p Houthalen)
|
de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)]
III-4-4
|