e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthem

Overzicht

Gevonden: 1344
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladkool, snijkool losse, een -: loosje (Houthem) [N Q (1966)] I-7
blauwborstje blauwborstje: blauwbörsjke (Houthem), blawbörsjke (Houthem) blauwborst || blauwborst (14 zomervogel met helderblauwe borst met witte stip (alleen de man), leeft verborgen in struiken bij het water; niet zo zeldzaam; zingt vaak vliegend; zang heel afwisselend, aapt allerlei vogels na; zang begint met [uuk...uuk...uuk] [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe bosbes aalber: aolber (Houthem), -  aolber (Houthem, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Houthem, ... ) reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg vleesvlieg: vleisjvleeg (Houthem) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] III-4-2
bliksem, bliksemflits bliksem: ⁄nne bliksem (Houthem) bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ⁄t bliksemp (Houthem) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] III-4-4
bloed bloed: bloot (Houthem) bloed [N 10 (1961)] III-1-1
bloedwei wei: wei (Houthem) hoe noemt men het waterachtige vocht van het bloed? [DC 09 (1940)] III-1-1
bloeien bloeien: blø̄i̯ǝ (Houthem) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] I-4