e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthem

Overzicht

Gevonden: 1344
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwager zwager: sjwaoger (Houthem), zwoger (Houthem), neen  sjwaoger (Houthem) zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)] III-2-2
zwak, slap zwak: sjwaak (Houthem), sjwāk (Houthem) zwak [DC 02 (1932)] III-1-1
zwarte bes zwarte wiemer: zwarte wiemer (Houthem) [DC 13 (1945)] I-7
zwarte kraai, kraai grijze kraai: bonte kraai  griskrao (Houthem), kraai: krao (Houthem), krauw: krauw (Houthem), kuikenkraai: kukekrao (Houthem), kuukekròò (Houthem), maaskraai: bonte kraai  maaskrao (Houthem), roofkrauw: raufkraoew (Houthem), vorkkraai?: vurkkrao (Houthem), vurkròò (Houthem) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai || kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte roodstaart schouwenveger: sjouwevaeger (Houthem), schouwenvegertje: sjouwevaegerke (Houthem) zwarte roodstaart || zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte specht specht: sjpech (Houthem), zwarte specht: zjwarte sjpech (Houthem) specht, zwart ~ (46 grote, zwarte knaap; alleen in grote bossen [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte stern zeezwarbel: zieëzjwarbel (Houthem), zîêzjwarbel (Houthem) zwarte stern || zwarte stern (24 zomervogel bij vennen en brede poldersloten; min of meer zwart; traag vliegend vlak over het water; nest drijft op waterplanten [N 09 (1961)] III-4-1
zwartkop fauvette: cf. fr. fauvette  bovèt (Houthem), fauvette  bovet (Houthem) zwartkop || zwartkop (14 als tuinfluiter [046] maar man heeft zwart, pop een chocoladekleurig petje; nestje heeft binnenkant van haren; zang begint krassend maar eindigt luid jodelend [N 09 (1961)] III-4-1
zwavelx zwavel: sjwavel (Houthem), žwāvel (Houthem) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep smik: smek (Houthem) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10