e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthem

Overzicht

Gevonden: 1344
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
landerijen land: %%meervoud%%  lɛŋ (Houthem), landerijen: landǝriǝ (Houthem) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
lange bouwladder stellingsledder: štęleŋslø̜dǝr (Houthem) Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.] II-9
langpootmug mug: mük (Houthem) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
latei latei: latęj (Houthem) Houten, stenen of ijzeren balk die een venster, ingang of andere opening overspant en tevens het bovenliggende muurwerk draagt. De lateibalk wordt vaak in het muurwerk verwerkt zodat hij niet in het zicht komt. d.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balk' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 55, 74; N 32, 15a; N 32, 15b; monogr.] II-9
leeg, niets bevattend leeg: lèeg (Houthem), lèg (Houthem) leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)] III-4-4
lende lende: linge (Houthem) lendenen [lenge, leene, leende] [N 10 (1961)] III-1-1
lenig lenig: lenig (Houthem), slap: sjlap (Houthem) lenig [zwak, gezwak] [N 10 (1961)] III-1-1
leurder marskramer: marsjkrièmer (Houthem) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren spinselen kramen: Van Dale: spinsel, wat gesponnen wordt of is.  sjpensele krième (Houthem) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1
levend vlees onder de huid leven, het -: t lèève (Houthem) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1