e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roof(je) (korst op een wonde) roof(je): raof (Hulsberg), raöfke (Hulsberg) Een roofje (korstje) op een wond. [DC 14 (1946)] III-1-2
roofvogel, algemeen stootvogel: sjtaotvogel (Hulsberg) een roofvogel (klamper) [N 83 (1981)] III-4-1
rookvlees rookvlees: rūīkvlēīsj (Hulsberg) rookvlees; Hoe noemt U: Een stuk gerookt vlees (krep, rookvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
roos van de schietschijf roos: rūəs (Hulsberg) De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
roosteren roosteren: ru-èstərə (Hulsberg) roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
roskammen roskammen: rǫskamǝ (Hulsberg) Met borstel en kam - zie het volgende lemma - reinigen. [N 8, 102] I-9
rot rot: WLD  rot (Hulsberg) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] III-2-3
rot, van fruit rot: WLD  rot (Hulsberg) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] I-7
rotten rotten: WLD  rottə (Hulsberg) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit rotten: WLD  rottə (Hulsberg) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7