e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

Gevonden: 1552
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenstebuiten van links: van links (Hulsberg) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
bioscoop cinema: sinəma (Hulsberg) Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
blaar blaar: blaor (Hulsberg) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] III-1-2
bladzijde bladzijde: blatzei.j (Hulsberg) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
blauw oog blauw oog: blauw oog (Hulsberg) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwe bosbes aarbel: -  aorbele (Hulsberg, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] III-4-3
blauwe en bruine schimmel (een) bruingrijze: (een) bruingrijze (Hulsberg) De blauwe schimmel is overwegend blauw of grijsblauw, met zwarte manen. Bij de bruine schimmels zijn allerlei schakeringen mogelijk: lichtbruin, donkerbruin, goudbruin, kastanjebruin, roodbruin, zwartbruin of geappeld bruin. Sommige gelijken in kleur sterk op de vossen, maar onderscheiden zich van deze door hun zwarte manen, staart en poten. In principe worden alle paarden die bruine of rode dekharen, zwarte manen en staart hebben, beschreven als bruin. [N 8, 63b] I-9
blijven hangen, blijven plakken blijven plakken: bliēvə plekkə (Hulsberg) ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
blijven wachten blijven: bliēvə (Hulsberg), wachten: wagtə (Hulsberg) ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)] III-4-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksəm (Hulsberg) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4