e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrouw (Hulsberg) vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vrouwelijk jong van de geit germ: germ (Hulsberg) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaarskalf: vɛs[kalf] (Hulsberg) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk lam germ: germ (Hulsberg) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijk schaap in het algemeen schaap: šǭp (Hulsberg) De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.] I-12
vrouwelijke kip hen: hen (Hulsberg) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwelijke vis vis: WLD  vösj (Hulsberg) Hoe noemt u een vrouwelijke vis (kuiter, kuitvis, moedervis, kuit) [N 83 (1981)] III-4-2
vuil waterx vies water: vīēs wāātər (Hulsberg) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
wacht wacht: wach (Hulsberg) de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)] III-3-1
wachthouden bij een dode waken: wáákə (Hulsberg) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2