| 33516 |
bos groente |
bussel:
WLD
bussəl (Q109p Hulsberg)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 33773 |
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt |
bles:
blęs (Q109p Hulsberg)
|
Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27]
I-9
|
| 33771 |
bosje haren aan de bovenlip |
snor:
šnǫr (Q109p Hulsberg)
|
Voelharen aan de bovenlip. [N 8, 24]
I-9
|
| 34258 |
boter |
botter:
botǝr (Q109p Hulsberg)
|
Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I]
I-11
|
| 20553 |
boterkussentje |
boterbabbelaar:
bootəbabbəléér (Q109p Hulsberg)
|
boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 32948 |
botteriken |
ledders:
lø̜dǝrǝ (Q109p Hulsberg)
|
De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.]
I-3
|
| 33798 |
bovenbeen |
bovenbeen:
bōvǝbęi̯n (Q109p Hulsberg)
|
Zie afbeelding 2.21. [N 8, 32.3]
I-9
|
| 24719 |
boveneinde van de stam |
top:
WLD
tup (Q109p Hulsberg)
|
Het dunne uiteinde van de stam, bovenaan (top, kop, topeind). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24501 |
braambes |
bramelen:
braomele (Q109p Hulsberg, ...
Q109p Hulsberg)
|
braambes [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
| 33295 |
braambessen |
bramelen:
brǭmǝlǝ (Q109p Hulsberg)
|
Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c]
I-5
|