25122 |
donderslag |
helle slag:
ənə hèllə sjlāāg (Q109p Hulsberg)
|
hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25121 |
donderwolk |
onweerachtig:
onwéérègtig (Q109p Hulsberg)
|
lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25022 |
donker worden, duisteren |
duister worden:
duustər wéérə (Q109p Hulsberg)
|
donker worden [duisteren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25021 |
donker, duisterx |
duister:
duustər (Q109p Hulsberg)
|
niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20325 |
dood (zn.) |
dood:
doe.at (Q109p Hulsberg)
|
de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20438 |
doodskleed |
doodshemd:
doodshemd (Q109p Hulsberg),
doodskleed:
doidskleid (Q109p Hulsberg),
doodskleed (Q109p Hulsberg)
|
doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || doodskleren; hadden ze een bijzondere naam? [VC 30 (1964)]
III-2-2
|
25059 |
door elkaar, verward |
ongeregeld:
óngəreigəlt (Q109p Hulsberg)
|
niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24986 |
doordrenken, nat maken |
soppen:
soppə (Q109p Hulsberg)
|
met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19991 |
dorpel |
dorpel:
dø̜rpǝl (Q109p Hulsberg)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|
21544 |
dorpskom |
kom:
kom (Q109p Hulsberg)
|
het centrum van het dorp [dorpskom, dorp, singel, rink, baroniet, plaats] [N 90 (1982)]
III-3-1
|