e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

Gevonden: 1552
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druilerig en koud weer druilerig (weer): druilərig (Hulsberg), miezerig (weer): miezərig (Hulsberg), nat (weer): nāāt (Hulsberg), nāāt wéér (Hulsberg), waterkoud (weer): wáátərkawt (Hulsberg) nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
druppel druppel: dröppəl (Hulsberg) een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
duiker duiker: duikər (Hulsberg) de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)] III-3-1
duim, maat van 2,5 cm duim: dōēm (Hulsberg) de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)] III-4-4
duin zandheuvel: zantheuvəl (Hulsberg) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4
duivin, vrouwelijke duif duif: dōef (Hulsberg) een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)] III-4-1
duizeling, duizeligheid duizeligheid: dūūzəligheit (Hulsberg) Duizeling: draaierigheid, leeg gevoel in het hoofd (suizeling, duizeling, zwindel). [N 84 (1981)] III-1-2
dulden uitstaan: oetsjtaon (Hulsberg) iemand dulden in zijn nabijheid, het kunnen uithouden [luchten, uithouden, uitstaan] [N 85 (1981)] III-3-1
dutje hazenslaap: háázəsjlaop (Hulsberg) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] III-1-2
duur duur: duur (Hulsberg) veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1