e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hulsberg

Overzicht

Gevonden: 1552
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gespeend schaap gespeende schapen: gǝšpēndǝ šǭp (Hulsberg) Het jong van een schaap, als het van de moeder weggenomen wordt. [A 4, 22e; L 20, 22e] I-12
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Hulsberg) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2
getuige getuige: gətuigə (Hulsberg) iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-3-1
getuige zijn getuigen: gətuugə (Hulsberg) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigenis getuigenis: gətuigənis (Hulsberg) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] III-3-1
gevangenis bak: Van Dale: I. bak, 9. (gemeenz.) gevangenis, nor, arrestantenhok.  bak (Hulsberg) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] III-3-1
gevoelig (zijn) gevoelig: gəveulig (Hulsberg) Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1
geweer geweer: gəwéér (Hulsberg) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewillig gaarne: géér (Hulsberg) graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gezelschap compagnie (fr.): kómpənie.j (Hulsberg) de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)] III-3-1