e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nors bars: barsch (Hunsel) norsch (barsch) [SGV (1914)] III-3-1
notenboom notenboom: -  notebaum (Hunsel) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7
ochtend (vanmorgen ochtend: mörge (Hunsel, ... ) s morgens) [DC 65 (1990)], [SGV (1914)] III-4-4
oever bekenboord: beekəboort (Hunsel), boord: boord (Hunsel), oever: euver (Hunsel) oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes ogenblikje: augeblikske (Hunsel) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: neut (Hunsel), noot (Hunsel), -  noot (Hunsel) noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
olie olie: olie (Hunsel), smout: smaot (Hunsel) olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
olieverf olieverf: ōli[verf] (Hunsel) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omheinen afmaken: āfmākǝ (Hunsel), afrasteren: āfrastǝrǝ (Hunsel) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining houten beschot: hǫu̯tǝ bǝsxot (Hunsel), tuin: tūn (Hunsel), tūnǝ (Hunsel), (tuin)  tōēne (Hunsel) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] || hek [SGV (1914)] I-8, III-2-1