20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen liezen:
boeane leze (L320p Hunsel)
|
boonen afhalen [SGV (1914)]
III-2-3
|
20572 |
peuzelen |
peuzelen:
peuzele (L320p Hunsel)
|
peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17991 |
pijn |
pijn:
pien (L320p Hunsel),
pin (L320p Hunsel)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] || pijn [RND]
III-1-2
|
24225 |
pimpelmees |
blauwkopje:
blauwköpke (L320p Hunsel)
|
Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24881 |
pinksterbloem |
pinksterbloem:
peŋkstǝrblōm (L320p Hunsel),
-
pinksterbloom (L320p Hunsel)
|
Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)]
I-5, III-4-3
|
23287 |
pinksteren |
pinksten:
Pinkste (L320p Hunsel)
|
Pinksteren [SGV (1914)]
III-3-3
|
24364 |
pissebed |
wild varken:
oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)
wildj verke (L320p Hunsel)
|
pissebed, keldermot [GV K (1935)]
III-4-2
|
33570 |
pit van een steenvrucht |
kern:
keare (L320p Hunsel)
|
kern [SGV (1914)]
I-7
|
24968 |
plaats, ruimte |
plaats:
plaats (L320p Hunsel)
|
plaats [SGV (1914)]
III-4-4
|