e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suikerklontje klontje: kluntjə (Hunsel) klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)] III-2-3
suikeroom suikernonk: cf. VD s.v. "nonk(el)  sokkernonk (Hunsel) erfoom (suikeroom) [DC 05 (1937)] III-2-2
suikertante suikertant: sokkertant (Hunsel) erftante (suikertante) [DC 05 (1937)] III-2-2
taart taart: taart (Hunsel) taart [SGV (1914)] III-2-3
tabak toebak: toebak (Hunsel) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabakspruim pruim: prōēm (Hunsel) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap zever: zijver (Hunsel) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Hunsel, ... ) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tak (alg.) knoest: knoest (Hunsel), tak: tak (Hunsel, ... ) dikke tak [DC 25 (1954)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
takken (coll.) tak (mv.): tek (Hunsel) takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3