e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wiel rad: rāt (Hunsel), meervoud  rāi̯.ǝr (Hunsel) Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.] I-13
wiel, kolk kolk: kouk (Hunsel) kolk of plas die na een dijkbreuk is ontstaan of is overgebleven na een overstroming [wiel, waal] [N 81 (1980)] III-4-4
wielewaal goudmerel: goudmärel (Hunsel), wielewaal: wielewaal (Hunsel) Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] III-4-1
wijden wijden: wieje (Hunsel) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wien (Hunsel), wīēn (Hunsel) wijn [RND], [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn wijn-edik: wieneek (Hunsel) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd wingerd: wingerd (Hunsel, ... ) [SGV (1914)]wingerd [SGV (1914)] I-7
wilde eend eend: aenj (Hunsel) eend, wilde — III-4-1
wilde gans wilde gans: ein wilj goas (Hunsel), wilj gaos (Hunsel) gans, wilde — || wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
wilgenkatje kattel: -  kattele (Hunsel) wilg, bloeiwijze van [DC 68 (1993)] III-4-3