23320 |
gelooven |
geloven:
geluive (L320p Hunsel)
|
gelooven [SGV (1914)]
III-3-3
|
25188 |
geluid van naderend onweer |
hommelen:
hommələ (L320p Hunsel)
|
eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemaekelijk (L320p Hunsel),
gemêkelijk (L320p Hunsel),
op zijn gemak:
op zie gemaak (L320p Hunsel)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L320p Hunsel)
|
gemeen [SGV (1914)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeindje (L320p Hunsel),
gemèndje (L320p Hunsel)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|
19067 |
gemok |
gebronk:
gebrónk (L320p Hunsel)
|
gemok [SGV (1914)]
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
hof:
[hof] (L320p Hunsel)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
gerêmtje (L320p Hunsel)
|
geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
klaor (L320p Hunsel),
kloar (L320p Hunsel)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
29055 |
geren |
geren:
gē̜rǝ (L320p Hunsel)
|
Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10]
II-7
|