e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hunsel

Overzicht

Gevonden: 1928
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke duif duif: doef (Hunsel) Mannetjesduif. [SGV (1914)] III-3-2
mannelijke eend weender: wendǝr (Hunsel), wender: wendǝr (Hunsel) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke gans genk: gɛŋk (Hunsel) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: bok (Hunsel), buq (Hunsel), geitenbok: gęi̯tǝbok (Hunsel) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke kalkoen schroethaan: šrūthān (Hunsel) [A 6, 3a; S 16; L 1, 113; R 14, 3; monogr.] I-12
mannelijke meikever mulder: mŏlder (Hunsel), smid: smeed (Hunsel) meikever, met veel wit stof [DC 18 (1950)] III-4-2
markt markt: mâê.rt (Hunsel) markt [RND] III-3-1
marmer marmel: marmel (Hunsel), mergel: mergəl (Hunsel) marmer [SGV (1914)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)] III-4-4
marter marter: marter (Hunsel) marter [SGV (1914)] III-4-2
masker mommegezicht: mómmegezicht (Hunsel) masker [SGV (1914)] III-3-2