| 19894 |
slot |
knip:
knep (L289a Hushoven),
slot:
slūət (L289a Hushoven)
|
slot
III-2-1
|
| 32543 |
sluitmand |
sluitmand:
slū.tmaŋ (L289a Hushoven
[(hierin bewaarde de meid haar kleren als ze in een betrekking ging)]
)
|
In het algemeen een uit wissen gevlochten mand met een deksel. [N 40, 109; monogr.]
II-12
|
| 20491 |
slurpen |
slurpen:
slörpe (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven)
|
je moet niet zo slurpen [DC 35 (1963)] || slurpen
III-2-3
|
| 20601 |
smaken |
smaken:
smaake (L289a Hushoven)
|
smaken
III-2-3
|
| 20490 |
smakken |
smekkelen:
Zitj toch neet te smekkele aan taofel
smekkele (L289a Hushoven),
smekken:
smekke (L289a Hushoven)
|
smakken, bij het eten met de mond een onbeleefd smakkend geluid maken
III-2-3
|
| 19358 |
smalen |
smalen:
smaêle (L289a Hushoven)
|
smalen, snieren
III-1-4
|
| 33973 |
smalle buikriem |
buikketting:
būkkęteŋ (L289a Hushoven)
|
Riem of ketting die onder de buik van het paard doorloopt en beide strengen verbindt. Vergelijk ook lemma Brede Buikriem. [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 61]
I-10
|
| 24883 |
smalle weegbree |
rib:
rup (L289a Hushoven)
|
weegbree, smalle —
III-4-3
|
| 31284 |
smeden |
smeden:
smiǝjǝ (L289a Hushoven)
|
In het algemeen de vorm van, doorgaans gloeiende, stukken metaal veranderen door ze met een hamer te bewerken. Bij het ɛuitsmedenɛ en ɛuithalenɛ wordt de lengte of de vorm van het stuk metaal groter, terwijl de dikte afneemt. Zie ook het lemma "uitsmeden van een splits" en het lemma "uittrekken, uithalen" in Wld II.3, pag. 140. Bij het (op)stuiken wordt de dikte van het metaal vergroot, terwijl de lengte afneemt. Tot het smeedwerk wordt ook het lassen gerekend. Zie ook de toelichting bij deze lemmata.' [N 33, 1c; Wi 39; S 33; monogr.]
II-11
|
| 18978 |
smeerpoes |
klamot:
cf. WNT VII,2 s.v. "klamot". Aanm. voor vla. klamot in andere betekenissen (o.a. "vuile slons") Zie ook CV
klaamót (L289a Hushoven),
onnut:
onnöt (L289a Hushoven),
vetkanis:
vétkaanes (L289a Hushoven),
vetkei:
vétkej (L289a Hushoven)
|
deugniet, vuilpoes, waardeloos persoon || smeerpoes || smeerpoets || vuilpoets
III-1-4
|