33230 |
suikerbiet |
suikerkroot:
sǫkǝrkrǫt (L289a Hushoven)
|
Beta vulgaris L. subsp. vulgaris, var. altissima. De suikerbiet is een veredeling van de voederbiet met een groot aandeel suikers in de vaste bestanddelen en dateert van het begin van de twintigste eeuw. De knol groeit helemaal onder de grond en gedijt het best op kleigronden. Het is één van de belangrijkste cultuurgewassen op de leemhoudende gronden in Limburg en levert de grondstoffen voor de stroopfabricage en voor de suikerindustrie in Haspengouw. De volgorde van de varianten is zoals steeds eerst naar het tweede element (biet, kroot, enz.); daarbinnen naar de varianten van suiker-; naar het vocalisme zijn in dit eerst lid drie groepen te onderscheiden, die wijzen op verschillende ontleningslagen, corresponderend aan de Nederlandse (ø̜i̯) van ɛsuikerɛ, aan de Duitse (u) van ɛZuckerɛ en aan de Franse (y) van ɛsucreɛ. [N 12, 37; N 12A, 2; A 13, 2c; A 49, 3; L B2, 361; L 43, 4a; R 3, 97; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
20358 |
suikeroom |
suikeroompje:
sokeruümke (L289a Hushoven)
|
erfoom (suikeroom) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20260 |
suikertante |
suikertantje:
sokertäntje (L289a Hushoven)
|
erftante (suikertante) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
28954 |
suçon, suçonnaad |
suçonnaad:
sǝzøŋnǭt (L289a Hushoven)
|
Insnijding of inneming om lijn in een stuk te krijgen. Puntnaad in het algemeen. [N 59, 94a; monogr.]
II-7
|
20772 |
taai-taai |
couque de dinant (fr.):
Vergelijk koek Dinant
koekdenang (L289a Hushoven)
|
taai-taai
III-2-3
|
20891 |
tabak |
knasterd:
Een knaster is eigenlijk een rieten korf, waarmee vroeger allerlei vruchte en ook tabak uit vreemde landen werd ingevoerd. De tabak was wel eens vochtig door het zeewater en had dan een walgelijke geur
knastert (L289a Hushoven),
tabak:
tebak (L289a Hushoven)
|
slechte tabak || tabak
III-2-3
|
20577 |
tabakspruim |
pruimpje:
pruumke (L289a Hushoven),
rolletje:
Uitsluitend verklw.
rölke (L289a Hushoven)
|
rolletje pruimtabak
III-2-3
|
19667 |
tafel |
tafel:
taofel (L289a Hushoven),
tōͅfəl (L289a Hushoven)
|
tafel
III-2-1
|
19764 |
tafelkleed |
tafellaken:
tōͅfəllākə (L289a Hushoven)
|
tafelkleed
III-2-1
|
24494 |
tak (alg.) |
tak:
tak (L289a Hushoven)
|
dikke tak [DC 25 (1954)]
III-4-3
|