34228 |
droogrek |
tuitending:
tø̜i̯tǝdeŋk (L289a Hushoven)
|
Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.]
I-11
|
20565 |
dropwater |
klis:
zie ook schuumke trekke en sókkerpaêk
klis (L289a Hushoven)
|
dropwater, water bij laurierdrop
III-2-3
|
20619 |
dropwater maken |
schuimpje trekken:
In een fles werd water met laurierdrop "sokkerpaek"gedaan, dat werd flink geschud en de fles werd in een koud en donker hoekje geplaatst. Dan werd ¯t spul goed zwart (zeutwaater). Als er flink wat bruinwitte schuim opkwam, dan werd die opgezogen en dat noemde men "schuumke trekke
schuumke trekke (L289a Hushoven)
|
schuimke trekken
III-2-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
naat (L289a Hushoven),
nāt (L289a Hushoven),
schuiverachtig:
schuuverechtig (L289a Hushoven)
|
koud, nat en winderig || nat [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
19274 |
drukte, gedoe |
bedoening:
bedoôning (L289a Hushoven),
bohei (rh.):
behêj (L289a Hushoven),
drukte:
drökdje (L289a Hushoven)
|
drukte || ophef, drukte
III-1-4
|
32866 |
dubbel gezwad |
dobbel gezwad:
dǫbǝl gǝzwātj (L289a Hushoven)
|
De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94]
I-3
|
33731 |
dubbel sierhek |
poort:
port (L289a Hushoven)
|
Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6]
I-8
|
33963 |
dubbele lijn |
dobbele lijn:
dǫbǝl lin (L289a Hushoven)
|
Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34]
I-10
|
33192 |
dubbelschaar van de aanaardploeg |
dubbelschaars:
dubbelschaars (L289a Hushoven)
|
Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25]
I-5
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
doef (L289a Hushoven)
|
duif
III-4-1
|