e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kiel kiel: keel (Hushoven), kieltje: keelke (Hushoven) Hoe noemt men de (korte) werkjas? [DC 09 (1940)] III-1-3
kiem scheut: schuuët (Hushoven) scheut III-4-3
kies baktand: baktand (Hushoven) kies [DC 01 (1931)] III-1-1
kieskauwen knuizen: Det és neet te knoûze: het is niet te eten  knoûze (Hushoven) met lange tanden eten III-2-3
kieskeurig perfectelijk: perfiêtelik (Hushoven) kieskeurig, secuur, netjes III-1-4
kievit kievit: keevet (Hushoven) kievit III-4-1
kikker paddenmoek: peddemoeëk (Hushoven) kikvors III-4-2
kikkerdril paddengezwel: peddegezwel (Hushoven), peddegezwêl (Hushoven) kikkerdril || kikkerrit [DC 09 (1940)] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gezwel: peddegezwel (Hushoven), peddegezwêl (Hushoven) kikkerdril || kikkerrit [DC 09 (1940)] III-4-2
kikkervisje koelekop: koelekop (Hushoven), koelekopje: koêleköpke (Hushoven), uilenkopje: uleköpke (Hushoven), uûleköpke (Hushoven) dikkopje || kikkervisje [DC 09 (1940)] III-4-2