e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ingber

Overzicht

Gevonden: 1089

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aalmoes aalmoes: aalmoos (Ingber) de gift aan een arm persoon [aalmoes, arremoes, karitaat] [N 89 (1982)] III-3-1
aambeien aambeien: āmbɛi̯ə (Ingber) Aambeien: bes- of knobbelvormige zwellingen van de aders aan de anus of aan het onderste gedeelte van de endeldarm (speen, spenen, blikaar(d)s, aambeien, puisten, bikaards, vijgpuisten). [N 84 (1981)] III-1-2
aan de borst zijn aan de mem lotsen: cf. VD D.-N. s.v. "lutschen"; cf. Nijhof s.v. "lutten"(zuigen zie ook WNT s.v. "lots"zie loes; cf. WNT s.v. "loes - loeze": In Oost-Vl. vrouwenborst; in Antw. zuigdotje, speen; In het land van Waas gebruikt men "loet"; in het Z. van de Kempen lots (CV in Z.-Limb. en aangrenzende streken loetsj (Jongeneel Afl. loezen , aan een dot zabberen; in het Z. der Kempen: lotsen, zuigen; cf. VD s.v. "lutsen"3. (gew.) zuigen; cf. Rheinischer Wb. s.v. "Lutze"en "lutzen  an de mem loetsche (Ingber) gezoogd worden, aan de borst zijn, gezegd van zuigelingen [lodderen, mem lebben] [N 86 (1981)] III-2-2
aandeel, part part: paat (Ingber) het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)] III-4-4
aanrekenen in rekening brengen: in rekening bréngen (Ingber) betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)] III-3-1
aanrijgen rijgen: rijgen (Ingber) tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)] III-4-4
aanwezigheid antwoord: antwoaəd (Ingber) de aanwezigheid, het aanwezig zijn [antwoord] [N 91 (1982)] III-4-4
aardappelen stampen kwetsen: kw‧eͅtšə (Ingber) stampen; Hoe noemt U: Fijnmaken van b.v. aardappelen (deisteren, moezelen, moezen, britsen) [N 80 (1980)] III-2-3
aardbei elber: eͅ.lbər v. (Ingber), eͅlbər (Ingber) [DC GV (1935) M]De bekende, fris smakende rode vrucht van de aardbeienplant (aadbissem, aardbeer, aardbees, jaarbees, aardbezie, freis). [N 82 (1981)] I-7
aarde, grond donkerbruin goed zand: doonkerbroenge gooĕ(zand) (Ingber), vochtig zand: vūchtige zand (Ingber) donkerbruin vruchtbaar zand met water [get] [N 81 (1980)] III-4-4