21293 |
aalmoes |
aalmoes:
aalmoos (Q203b Ingber)
|
de gift aan een arm persoon [aalmoes, arremoes, karitaat] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18097 |
aambeien |
aambeien:
āmbɛi̯ə (Q203b Ingber)
|
Aambeien: bes- of knobbelvormige zwellingen van de aders aan de anus of aan het onderste gedeelte van de endeldarm (speen, spenen, blikaar(d)s, aambeien, puisten, bikaards, vijgpuisten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20284 |
aan de borst zijn |
aan de mem lotsen:
cf. VD D.-N. s.v. "lutschen"; cf. Nijhof s.v. "lutten"(zuigen zie ook WNT s.v. "lots"zie loes; cf. WNT s.v. "loes - loeze": In Oost-Vl. vrouwenborst; in Antw. zuigdotje, speen; In het land van Waas gebruikt men "loet"; in het Z. van de Kempen lots (CV in Z.-Limb. en aangrenzende streken loetsj (Jongeneel Afl. loezen , aan een dot zabberen; in het Z. der Kempen: lotsen, zuigen; cf. VD s.v. "lutsen"3. (gew.) zuigen; cf. Rheinischer Wb. s.v. "Lutze"en "lutzen
an de mem loetsche (Q203b Ingber)
|
gezoogd worden, aan de borst zijn, gezegd van zuigelingen [lodderen, mem lebben] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
25067 |
aandeel, part |
part:
paat (Q203b Ingber)
|
het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21872 |
aanrekenen |
in rekening brengen:
in rekening bréngen (Q203b Ingber)
|
betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25096 |
aanrijgen |
rijgen:
rijgen (Q203b Ingber)
|
tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24977 |
aanwezigheid |
antwoord:
antwoaəd (Q203b Ingber)
|
de aanwezigheid, het aanwezig zijn [antwoord] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20538 |
aardappelen stampen |
kwetsen:
kw‧eͅtšə (Q203b Ingber)
|
stampen; Hoe noemt U: Fijnmaken van b.v. aardappelen (deisteren, moezelen, moezen, britsen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33482 |
aardbei |
elber:
eͅ.lbər v. (Q203b Ingber),
eͅlbər (Q203b Ingber)
|
[DC GV (1935) M]De bekende, fris smakende rode vrucht van de aardbeienplant (aadbissem, aardbeer, aardbees, jaarbees, aardbezie, freis). [N 82 (1981)]
I-7
|
24922 |
aarde, grond |
donkerbruin goed zand:
doonkerbroenge gooĕ(zand) (Q203b Ingber),
vochtig zand:
vūchtige zand (Q203b Ingber)
|
donkerbruin vruchtbaar zand met water [get] [N 81 (1980)]
III-4-4
|