17796 |
haarstaart |
vlecht:
vlecht (Q203b Ingber)
|
het los neerhangende gedeelte van het haar, als men het bijeen gebonden draagt [staart, keu, vlecht] [N 86 (1981)]
III-1-1
|
22348 |
haasje-over |
bokspringen:
bokspringen (Q203b Ingber)
|
Het spel waarbij elke speler op zijn beurt achtereenvolgens over al de anderen die voorovergebogen, met de handen op de knie, op een rij staan, heenspringt [pieën, over het lijfje springen, bokspringen, voetje, broek over de haag]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18236 |
halssnoer |
collier (fr.):
collier (Q203b Ingber),
ketting:
ketting (Q203b Ingber),
kraal:
vr.
kr‧al (Q203b Ingber)
|
aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25225 |
halve maan, eerste kwartier |
eerste kwartier:
uschte kwarteer (Q203b Ingber)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
laatste kwartier:
letste kwarteer (Q203b Ingber)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21849 |
handel |
handel:
handel (Q203b Ingber)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21449 |
handelaar |
handelaar:
handelair (Q203b Ingber)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21496 |
handelen |
handel drijven:
handel drieve (Q203b Ingber),
handelen:
handelen (Q203b Ingber)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25056 |
handvol |
handvol:
hamfel (Q203b Ingber)
|
de hoeveelheid die men in een hand kan nemen [haffel, handvol, grap, grop] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21413 |
hard schreeuwen |
hel schreeuwen:
hel sjrieuwe (Q203b Ingber)
|
hard schreeuwen; je moet - - anders verstaat hij ons niet [DC 03 (1934)]
III-3-1
|