id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20505 | een borrel drinken | zich een pitsen: zex˂ ē p‧etšə (Ingber) | jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3 |
22484 | een cadeau geven | cadeau (fr.) geven: cado gève (Ingber) | Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2 |
22724 | een cadeau krijgen | cadeau (fr.) krijgen: cado krĕge (Ingber), cado kriege (Ingber) | Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2 |
20508 | een kater hebben | kapot zijn: ik was kapot ex woͅar kapoͅ.t (Ingber) | kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)] III-2-3 |
17887 | een kuil graven | een lok maken: ə loͅ.ak mā.kə (Ingber) | kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
20178 | een miskraam krijgen | een misval krijgen: dii̯ krich ənə me.sva.l (Ingber) | miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] III-2-2 |
17875 | een pak slaag geven | pezelen: pizələ (Ingber, ... ), zwamen: šwāmə (Ingber) | pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] || slaan, Met een tak of zweep ~ (gipsen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
17876 | een pak slaag krijgen | ze gepezeld krijgen: zə gəpizəlt krigə (Ingber), ze gezwamd krijgen: zə gəšwāmp krigə (Ingber) | Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2 |
22385 | een spel kaarten | spel: spil (Ingber) | Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
18077 | een verkoudheid hebben | de snop hebben: dər šnu.p høͅbə (Ingber), šnu.p (Ingber) | Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] III-1-2 |