24301 |
bek |
muil:
WLD
m‧ul (v.) (Q203b Ingber)
|
Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
25075 |
belangrijk, van belang |
van belang:
va belang (Q203b Ingber),
van waarde:
va weəd (Q203b Ingber)
|
van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25103 |
benauwd en vochtig weer |
broeien:
et bruet i gèn looch (Q203b Ingber),
drukkend (weer):
drukkend (Q203b Ingber, ...
Q203b Ingber),
drøkənt (Q203b Ingber)
|
drukkend warm, gezegd van het weer [zwoel, mof, zoel, flauw, smoel] [N 81 (1980)] || loommakend, gezegd van het weer [lui] [N 81 (1980)] || lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17860 |
bengelen |
slodderen:
šloͅdərə (Q203b Ingber)
|
Bengelen: heen en weer slingeren (bammelen, bommelen, bengelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25054 |
bepaalde hoeveelheid |
kwak:
kwak (Q203b Ingber),
troep:
troep (Q203b Ingber)
|
een aantal bij elkaar staande voorwerpen [trobbel] [N 91 (1982)] || een onbepaalde hoeveelheid [kwakkel, kwak] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24918 |
bergtop |
kop:
m.
koͅp (Q203b Ingber),
spits:
op der schpits (Q203b Ingber),
top:
op der tŭp (Q203b Ingber)
|
top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18060 |
beroerte |
beslag:
bəšlā.ch (Q203b Ingber)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33443 |
beschermstenen of -palen |
schamppalen:
(enk)
šampp˙ǭl (Q203b Ingber),
schampstenen:
šampštē. (Q203b Ingber)
|
Beschermstenen van natuursteen of dikke houten beschermpalen (soms ook wel van ijzer) worden geplaatst schuin tegen zijkanten van poorten en tegen hoeken van muren of tegen brugleuningen om beschadigingen door voertuigen te voorkomen. Bij boerderijen komen ze vooral voor aan schuurpoorten en ingangspoorten (van de gesloten hoeve). Soms dienen de stenen of palen ook als steun voor de muur waartegen ze rusten. Meervoudige opgaven benoemen de beide beschermstenen of -palen aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.a bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 43a; monogr.; add. uit N 4A, 42f]
I-6
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
bəš‧øͅməlt (Q203b Ingber)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21673 |
besteden |
verteren:
vertaire (Q203b Ingber)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|